*** uit de tuin gehaald ivm niet winterhard ***
Het geslacht Colletia is sinds eind 1700 bekend bij de wetenschap en de tuinbouw. Colletia is afkomstig uit Zuid-Amerika en ten minste twee van de vijf bekende soorten Colletia worden vaak in cultivatie aangeplant.
Het opvallende aan dit geslacht is dat al deze planten geen bladeren hebben, maar grote, dikke, bladachtige doornen hebben.
Het zijn afgeplatte verlengstukken van de stengel die cladodes worden genoemd.
In plaats van te vertrouwen op bladeren voor de meeste van hun fotosynthetische behoeften, produceren de verschillende Colletia in plaats daarvan chlorofyl in hun stelen.
De cladodes werken op vrijwel dezelfde manier als met bladeren, omdat hun grotere oppervlak het fotosynthetische potentieel maximaliseert. Dit zou kunnen zijn omdat cladodes een middel is om de waardevolle bronnen voor de plant te behouden.
Colletia heeft dus geen kwetsbare bladeren, die veel schade kunnen ondervinden maar ze gebruiken eenvoudig stengelweefsels. Stengels hoeven niet jaar na jaar opnieuw te worden geteeld en door de uiteinden van de cladodes met stekels te versieren, kan de plant zijn fotosynthetische weefsels beter beschermen.
Het is ook niet helemaal waar dat Colletia helemaal geen bladeren produceert. Colletia zal bladeren produceren nabij de basis van elke cladode, vooral op jongere weefsels. Maar de bladeren zijn echter bladverliezend en blijven niet lang genoeg hangen om veel fotosynthese te doen.
Een ander interessant aspect van Colletia- ecologie is dat het allemaal stikstof bindende middelen zijn. Ze produceren kleine structuren op hun wortels, een soort van ‘knobbeltjes’, die knobbeltjes bevatten gespecialiseerde bacteriën die gezamenlijk actinomyceten worden genoemd. In ruil voor koolhydraten die via fotosynthese worden geproduceerd, zetten deze bacteriën stikstof uit de lucht vast. Deze extra boost van stikstof stelt Colletia in staat te overleven en te kunnen groeien in voedselarme bodems.
Wij hebben de plant Colletia ulicina in de tuin (gehad). Deze soort bloeit met felrode, buisvormige bloemen langs de stelen. In het wild wordt Colletia ulicina bestoven door de groenrugkolibrie ( Sephanoides sephaniodes).
Eenmaal vol in bloei, is het een spektakel om de plant te zien. Helaas is het ons niet gelukt, om de plant heelhuids door de winter te krijgen.
Misschien dat de plant nog te klein was om uitgeplant te worden, of was de standplaats toch niet zo goed.
Deze plant verlangt een standplaats in de volle zon in licht vochtige grond.
Colletia kan vermeerderd worden door zaaien of door stekken.
Zaaitips vindt u op deze pagina.
De plant kan wel vorst hebben, maar blijkbaar niet genoeg om door een Nederlandse winter te komen.
Helaas ziet de plant er in het najaar van 2017 niet meer zo florissant uit en is later dood gegaan, ik vrees dat deze plant niet winterhard is.