Drimys lanceolata (syn. Tasmannia lanceolata)
Deze plant is endemisch in Australië in de deelstaten: Tasmanië, Victoria en New South Wales.
Andere benamingen zijn Mountain Pepper en Alpine Pepper en de plant groeit uit tot een bossige struik en soms tot een boom met een maximale hoogte van vijf meter.
Hoger gelegen vormen zijn beter winterhard, maar hebben ook veel water nodig. Bloeit in maart en april met gele bloemen en ook de rode scheuten zijn zeer opvallend.
Verzorging:
Plant hem in niet al te droge grond, in de volle zon of schaduw. De mannelijke vorm (1 meter in 10 jaar) groeit langzamer dan de vrouwelijke vorm (1 meter in 6 jaar).
Beschermen in de winter.
Stekken:
Neem in juli of augustus Drimys lanceolata van 10 tot 15 cm met een hiel.
Zaaien:
Je hebt een mannelijke en vrouwelijke plant nodig om zaad te krijgen.
Volgens gegevens die ik vond op het internet dient men eerst het vlies om het zaadje heen te verwijderen. De zaden ontkiemen na zes tot acht weken.
Twee tot vier weken koude stratificatie op 4C kan de ontkieming versnellen.
Winterhard:
Een mannelijke vorm krijgt bladschade bij -10C,
de vrouwelijke vorm pas bij -14C. In het algemeen kan de plant -10C tot -15C aan.
Verkrijgbaarheid:
Drimys lanceolata is oa. verkrijgbaar bij Esveld in Nederland en Aquabotanica in België.
Update:
Drimys lanceolata is in de winter van 2010/2011 tot aan de voet afgestorven en uit de tuin gehaald.
De soort ‘Red Spice’ is in de winter van 2011/2012 doodgegaan.
Drimys lanceolata is met minimale bescherming van vliesdoek niet winterhard genoeg voor het oosten van het land, maar misschien wel aan de kust, of in een stadstuin?
